Op dit moment zijn er weer
rapportvergaderingen. Daarom hebben we mevrouw Mastrini (Frans), mevrouw
Wensveen (Nederlands) en mevrouw Lahnstein (Latijn) geïnterviewd.
Op een rapportvergadering wordt van elke leerling uit een
klas het rapport besproken. Mevrouw Wensveen zegt dat ook wordt besproken hoe
het met een leerling gaat. Over elke klas wordt vijftig minuten gesproken. De mentor
is de voorzitter van de vergadering.
Ook zegt mevrouw Wensveen dat op de vergadering de cijfers
van alle vakken met alle leraren worden gedeeld. Zo komen leraren te weten hoe
het met een leerling bij andere vakken gaat. Mevrouw Lahnstein zegt dat je
bijvoorbeeld via de LO-leraren te weten hoe een leerling op sociaal vlak is,
omdat dat een socialer vak is.
Als een leerling het minder goed doet bij een vak wordt
volgens mevrouw Mastrini gekeken hoe dit te verklaren is en hoe je hem dus het
beste zou kunnen helpen. Over deze leerling wordt dan meer gesproken dan over
een leerling die nauwelijks of geen problemen heeft.
Zo lijkt het dus dat op een rapportvergadering minder over
positieve dan over negatieve dingen wordt gesproken, maar is dat wel zo erg?
Waarschijnlijk niet, want als iemand het al goed doet, hoeft daar minder
aandacht aan besteed te worden dan aan iemand die het minder goed doet.
Er wordt ook niet alleen maar over negatieve dingen
gesproken. Er wordt vaak ook over dingen gesproken die iemand heel goed doet.
Bijvoorbeeld als iemand alleen maar tienen haalt voor Duits, wordt dat ook
behandeld. De vraag is dan of diegene moeilijker werk mag en dat soort dingen.
Kortom, leraren komen er altijd achter hoe het met je gaat.
Daarom heeft het geen zin om bij het ene vak meer je best te doen dan het
andere. Dus doe gewoon altijd je best op school.
Daniël Winter en Mees Keetelaar
Afbeelding: www.foksuk.nl.
Reacties